Archives for category: Uncategorized

Toen we met ons grote project begonnen, pas 23 jaar geleden, wist ik dat het verwarmen van het Huis een opgave zou worden. Immers: in zo’n klein dorpje als Humberville is geen aardgas aanwezig. Dat is in de grote steden in Frankrijk al geen standaard zaak, laat staan in een dorpje van 65 inwoners. Dan zijn er natuurlijk allerlei mogelijkheden, zoals een gastank in de tuin plaatsen, of een olietank en op die manier verwarmen. Of zoals veel dorpsgenoten het nog steeds doen: op hout, al dan niet in een geautomatiseerde toestroom. Onze haard heeft ons in de beginjaren veel prettige warmte gegeven, dat zeker.

van oorsprong niet zo heel goed geïsoleerd

Maar ondanks dat het ruim 20 jaar geleden is, had ik toen al het gevoel dat ik het daar niet van moest hebben. Of eigenlijk al de overtuiging. Ik wilde gewoon geen tank in de tuin. Sowieso niet omdat die alleen maar gevuld kan worden dwars door het huis, maar ook omdat je dan altijd zult zien dat hij leeg is op het moment dat je aankomt. Veel te veel rompslomp en bijkomende ellende. Bovendien had ik toen ook al het idee (dat klinkt met terugwerkende kracht een beetje profetisch) dat het met die brandstoffen de verkeerde kant op zou gaan. Zeker qua prijs. Nu, dat is inmiddels wel gebleken, en het lijkt intussen ook dat we langzaam richting het totaal afschaffen van de fossiele brandstoffen komen.

Maar als definitief systeem, wat dan? De keuze viel al snel op een warmtepomp. Geen brandstof meer nodig en een volcontinu systeem, eventueel gemonitord vanuit Nederland. JA! Dat moest het worden. Meteen een offerte aangevraagd bij een zeer gerenommeerde leverancier, en de eerste ooit die voor mij in Euro’s was opgesteld. Ik heb het huis natuurlijk nog in de gulden-tijd gekocht. Nou, het guldenbedrag van die offerte durf ik niet eens te noemen, maar het euro-bedrag loog er niet om. Ca 20.000,- euro! (Nee geen typefout, twintig-duizend).

Dat dreigde nogal een opgave te worden, maar anderzijds, welke keus had ik, en ik zou daarnaast geen brandstofkosten meer hebben. Dat stelt zo’n uitgave in een ander perspectief! Uiteindelijk kon ik in 2015 mijn pomp kopen en hoewel van een ander merk, kostte deze ineens nog “maar” minder dan de helft. Heerlijk verschil. Met de nodige toestanden is hij dan ook geïnstalleerd, en konden we het Huis gaan verwarmen. Wat een luxe!

De buitenunit wordt opgesteld

Maar het bleek toch geen goedkope luxe, uiteindelijk, want ik zag mijn stroommeter overuren maken. Ik geloof dat ik in het eerste jaar alleen al zo’n 5000 kWh heb “verstookt” aan elektriciteit om die pomp draaiende te houden. Terwijl ik in Nederland in mijn eigen huis, voor een heel jaar doorlopend verbruik nog niet de helft daarvan kwijt ben per jaar. Een enorm verschil en best even slikken toen ik daar achter kwam.

Dat maakte dat met alle ongeïsoleerde wanden er nogal een winst voor het grijpen lag. Want elk deel dat je isoleert beperkt je warmteverliezen, en beperkt dus je stroomverbruik. Immers, wat je niet verliest hoef je niet bij te produceren… Mede vanuit die gedachte heb ik de lange muur in de salon geïsoleerd en ben ik de entree gaan isoleren. Vanuit diezelfde gedachte hebben we de grote slaapkamer aangepakt. In ieder geval de lange wand, die toch al een groot probleem zou vormen om netjes te krijgen, vanwege alle ongelijke, vaak zelfs rommelig verwerkte stenen. En ook de voorgevel kreeg deze afwerking.

De eerste isolatiestappen in de slaapkamer

Nu dit bijna gereed is, op wat kleine afwerkpuntjes na, zou dit jaar het verschil merkbaar moeten zijn. Het gaat hier toch om een oppervlak van 50 m2, alles bij elkaar. Daar moet de jacht op de kilowatturen mee geopend zijn.

De voorgevel in de slaapkamer, eveneens geïsoleerd.

De kilowatturen zijn al redelijk gedaald, we zitten nu op ca 4000 per jaar, ik hoop uiteindelijk uit te komen op minder dan 3000. Dat is nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid, maar is toch al bijna de helft van wat er in het begin werd “verstookt”. En natuurlijk nog steeds best veel meer, dan voor mijn huis in Bergen op Zoom, met permanent gebruik. Tja, dat zijn de kanten van de aanschaf van een huis in Frankrijk, waar je vooraf eigenlijk geen rekening mee houdt, maar jezelf wel hard mee geconfronteerd ziet…

Dat leidt natuurlijk dan ook meteen tot de gedachte, het streven om ook zonnepanelen op het dak te leggen. Dat had eigenlijk allang gedaan moeten zijn, maar ja, die vermaledijde centjes he! Er moest zoveel anders eerst gedaan worden, dat er geen reserves meer waren om die panelen op het dak te krijgen. Als dat nou nog eens zou lukken dan zouden we pas echt een heerlijke jacht op kilowatturen kunnen openen. Zouden we wellicht zelfs quitte kunnen spelen op de stroomrekening? Het is altijd mijn droom geweest, maar de realisatie ervan is nog niet echt in zicht.

In de tussentijd blijven we gewoon jagen op die kilowatturen. Elk stuk muur dat geïsoleerd raakt is winst en leidt direct tot minder kosten. We hebben al genoeg “trekplekken” weg gewerkt, hoewel soms met irritant vierkante centimeter-werk. We hebben er een sport van gemaakt om dat te blijven najagen!

dat was na alle werk in de entree het doel geworden. Alle vlakken waren afgewerkt met gipsplaten, alle naden afgewerkt met gaasband met daarover heen een speciale pasta: Jointfiller. Maar stuccen is een vak apart, letterlijk, en dat zal iedere bouwvakker beamen. En voordat je dat vak beheerst, tja, dat duurt natuurlijk even.

Bijna alle gipsplaten geplaatst…

Als je de instructies leest, dan is het allemaal redelijk simpel: meng het product, breng het in X-tijd op de wand aan, en laat het even aantrekken. Na het aantrekken definitief afwerken, met spaan, rei, of anders. Simpel toch? Behalve dat moment van aantrekken dan, dat beroemde even. Want wat is even? En bovendien, wanneer is even? Dat is nu precies het grote probleem met stucwerk. Dat even moet je namelijk aanvoelen.

Begin je te snel met afwerken, dan wrijf je alle stucmortel weer van de wand. Begin je te laat dan is hij te ver uitgehard, en kun je hem niet meer fraai glad krijgen of in mijn geval met een sponsbord bewerken. En dan houd je dus allemaal lelijke strepen, putten en ongelijkheden. Geen gezicht. Beide is mij overkomen, te vroeg én te laat. Balen natuurlijk, ook in beide gevallen. Dat “even” is het fameuze Fingerspitzengefühl, wat een echte stukadoor heeft. Die kijkt, die ruikt misschien, die voelt, en die weet: dit is het moment. Zie dat maar eens te bereiken!

Nou, op het gevaar af optimistisch, zo je wilt zelfs arrogant, te zijn: ik denk dat ik het intussen kan benaderen. In ieder geval met de mortel die we nu gebruiken. Het echte Spitzengefühl heb ik zeker nog niet, maar de laatste paar keer heb ik mijn wanden toch netjes weten af te werken, met steeds vaker een uitschieter naar mooi.

We begonnen, al een tijdje geleden met de wand van de zolderkamer, maar dan aan de trapzijde, op ons zelf gebouwde steiger. Ging redelijk goed, maar als je nu kritisch kijkt, dan zie je toch allerlei strepen en halen, toch nog.

Stevig aanpoten met het sponsbord!

De volgende wand ging eigenlijk al een stuk beter, en ineens waren er nauwelijks nog ongerechtigheden te zien. Behalve dan dat er nog een stuk steiger tegenaan stond waarachter niet gestucd kon worden. Niet handig bleek later, want daardoor ontstond een hele lelijke overgangsnaad. Die is weer geschuurd, en een nieuwe dunne filmlaag van een paar millimeter ging er weer overheen.

Steiger weg dit vlak “even” aanvullen?

Met gelukkig het goede moment van definitief afwerken, kon ik de overgangen van deze nieuwe laag prachtig over laten gaan in de bestaande lagen. Noodzakelijk, want het was het stuk waar je op de overloop pal tegenaan loopt, en dat bovendien beschenen wordt vanuit de dakramen, in strijklicht! Hoe onbarmhartig wil je het hebben? Heel veel ongunstiger kun je het zowat niet hebben. Maar het is een mooi stuk werk geworden.

Onbarmhartig: vol in het strijklicht (maar wel mooi…)

De wand van de voorgevel bleek ook weer te lastig, want daar stond nog een werkvloer, waar je met goed fatsoen niet achterlangs kon werken. Ook hier dus nog een extra laag op moeten zetten maar met gelukkig hetzelfde resultaat. Heel anders ging het in de slaapkamer, waar ik een restje mortel nog weg kon smeren. Ik had nog een redelijke kwak in mijn kuip zitten, en dacht het daar wel kwijt te kunnen. Razendsnel gesmeerd, en na een korte periode wachten razendsnel gesponsd. En mooi strak dat die wand is!

Het echte lastige werk kreeg ik echter voor mijn kiezen op het kleine plafond op de overloop, waar de zolderkamer een stukje de ruimte in steekt. Een plafond stuccen? Jaja, het kan. En het moest, en het was precies waarvoor ik al jaren geleden op jacht ben geweest naar een stukadoor om het voor mij te doen. Dat is toen net niet gelukt, helaas. Maar op een bepaald moment was het gevoel goed, het vertrouwen was er zonder overschatting, en ik heb de stap gewaagd. Inmiddels wist ik ook hoe ik het eventueel nog kon verbeteren.

Net gestucd de mortel nog nat, hoe zou het opdrogen

Dat bleek op dit lastige vlak toch nog noodzakelijk en een tweede laag volgde de andere dag, maar die kreeg ik dan weer wel mooi met het sponsbord afgewerkt. Hoera! Het eerste stukje plafond gelukt! Nu durf ik het zelfs wel aan om ook de andere plafonds te doen. Het zal een beste kluif worden, maar met de juiste rust lukt het me wel. Lukt het ons wel. Want hoewel dit vrijwel geheel mijn werk is, levert Lia een bijdrage, die voor haar futiel is, maar voor mij wel degelijk wezenlijk: het kwakken van een nieuwe troffel mortel op mijn spaan.

De essentie van het stuccen zit hem namelijk, zo heb ik uitgevonden, in het tempo waarmee je de mortel op het vlak smeert. Hoe sneller je dat doet, hoe soepeler de mortel blijft. Als je aldus op iedere spaan 10 seconden wint, en je hebt 100 spanen voor een vlak nodig, dan win je 1000 seconden, ruim een kwartier. En dat kwartier kan bepalend zijn voor de mate van droging voordat je met het afwerken begint. Bovendien wordt de mortel steeds stugger te verwerken, dus verlies je nog meer tijd, totdat je eigenlijk voor het begin al over het beroemde “Even” moment heen bent, en dus eigenlijk te laat begint met afwerken.

Kortom, het is een hele klus, dat stuccen van grote stukken. Maar er begint een heel aardig gevoel voor te ontstaan bij me, ik zie de afwerking van grote andere wandvlakken met steeds meer vertrouwen tegemoet. Binnenkort te vervolgen in de grote slaapkamer. Immers: de entree / trapruimte is op dit punt gereed! En mooi dat het is geworden!

Zoals in de vorige update gemeld, hebben wij in de periode tussen Hemelvaart en Pinksteren enthousiast gewerkt aan de entree / trapruimte. Mooie en grote stappen zijn er gezet, zoals aan de wanden, aan de balken en aan het stuc- en sauswerk.

Een wand wordt na jaren afgewerkt met stuc, wat een prettige stap!
Een wand wordt na jaren afgewerkt met stuc, wat een prettige stap!

Maar dat waren de prettige grote stappen, hoezeer soms ook voor ons gevoel bevochten op het Huis, dat een eigen wil op dit vlak lijkt te hebben. Er waren nog ettelijke kleine stappen, of eigenlijk voetje-voor-voetje momenten. Allemaal noodzakelijk voor de fraaie en werkelijke afronding van deze ruimte.

Zoals de laatste loodjes aan de vloer. Die, klassiek, het zwaarst waren. Immers, ik had dan wel de grote vlakken afgerond, maar er lag nog een vlak open onder de trap. Aangezien we open tredes hebben, en je zelfs gedeeltelijk onder de trap kunt staan, moest dat afgerond worden. Alles bij elkaar 6 tegels, daarvan slechts 1 volledige. En jawel, daar heb je het al, elke volgende tegel kan pas geslepen worden, als de vorige erin ligt. Gelukkig zijn we daarin een behoorlijk goed team geworden, en mijn vraag aan Lia wordt vrijwel altijd beantwoord met een prachtige pastegel, soms in onmogelijke vormen.

prettig tegelen...
prettig tegelen…

Dat was 1… Bij het raampje, dat we in plaats van de deur hebben geplaatst, moesten ook nog een paar tegels geplaatst worden. Nauwelijks te zien, behalve vanuit een speciale hoek, maar belangrijk genoeg om netjes af te maken. Leuk hoor: Werken onder je macht, onder het eerste tredevlak van de trap, gezeten in het watermeterput-gat (onmogelijk woord!), met zo goed als geen speelruimte. Oftewel, het kost je voor 5 tegeltjes, natuurlijk allemaal op maat geslepen, een paar uur om te plaatsen. En, eerlijk is eerlijk, je bent het na 3 keer plaatsen, merken dat het net niet goed is en weer weg halen ook wel een beetje zat en besluit het te laten zoals het gaat.

achter en onder de eerste trede van de trap: niet prettig werken.
achter en onder de eerste trede van de trap: niet prettig werken.

Een wijs opdrachtgever van mij heeft ooit eens gezegd “als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat“, en dat was in dit geval zeker zo. Het is een gouden stelregel, heb ik ontdekt.

Gelukkig wel een heel fraai eindresultaat!
Gelukkig wel een heel fraai eindresultaat!

Een andere leuke puzzelklus was de aansluiting van de voorzetwand aan de dakplaten. Normaliter geen opgave: lat op het dakbeschot lijmen of schroeven en afwerken. Normaal niet nee, maar bij ons zat er net een spoor tussen. Plaat op het spoor schroeven dan en aan de bovenzijde tegen het dakbeschot aan laten sluiten? Nou, nee, want die sporen zijn zo krom dat dat geen gezicht is, je krijgt een heel vreemd aanzien.

Hoe dan? Wel, door stevig te hobbyen. Ik ben erin geslaagd om op het dakbeschot inderdaad een lat te lijmen, dat was geen probleem. Vervolgens heb ik tussen die lat en het spoor wat vertikale latten geslagen, en simpel met een schroefje vastgezet. En daarop kon ik dan weer een strookje gipsplaat bevestigen. Het bleek redelijk simpel uiteindelijk. Het voordeel: het lijkt nu alsof de wand logisch doorloopt, en het spoor erin is verwerkt. Best fraai geworden eigenlijk. Dat moest echter in totaal op 3 stroken gebeuren. Eentje is er gebeurd. De andere 2? Die moeten nog…

De aanzet voor het dichtmaken is er... nu nog afronden.
De aanzet voor het dichtmaken is er… nu nog afronden.

Ander afwerkdingetje: de aansluiting van de dakramen aan de wand. De wand heb ik zo uitgekiend dat deze precies op de omlijsting van de dakramen aansluit. Maar het dak loopt scheef, dus er zit verloop in die aansluiting. Leidt dat dan ook tot een verloop in die lat? Zorgvuldig meten leek het tegendeel aan te tonen, en ik ben de lat gaan zagen. En wat denk je? Hij kwam er prachtig mooi in te zitten. Natuurlijk moest ik hier en daar nog een hoekje extra zagen, een klein stukje meer afzagen, maar dat is volstrekt normaal in ons Huis.

De afdeklatten onder en zijkant geplaatst, nu nog de bovenkant (inmiddels ook gebeurd).
De afdeklatten onder en zijkant geplaatst, nu nog de bovenkant (inmiddels ook gebeurd).

Het gegeven dat de lat er zo mooi en snel op geplaatst kon worden, was zeer prettig. Ik bleek een wijs besluit genomen te hebben bij de plaatsing van de voorzetwand, die ik speciaal hierop heb afgestemd. Want als je de wand nu ziet, dan lijkt het alsof dit altijd zo heeft moeten zijn. Met dit positieve gevoel heb ik ook de andere aansluitlatten rondom de dakramen geplaatst en de naadjes direct gekit. Het zijn van die kleine afwerkpuntjes, maar met elkaar o zo belangrijk om de juiste graad van afwerking te bereiken.

En die graad zijn wij in de entree aan het bereiken. Ik ben vol goede moed dat deze zomer alle stellages ontmanteld kunnen worden en wij de nieuwe entree in volle glorie kunnen bewonderen en in gebruik nemen. Dan rest alleen nog het lakken van de traptreden, maar wat zal dat een plezier zijn in deze ruimte!

Zoals in de vorige update (zie toch weer tijdrovend klussen) al aangegeven, heb ik rondom Pasen intensief gewerkt aan de entree, inmiddels traphal geworden. Ik had het in die periode voor elkaar gekregen om vrijwel de gehele voorzetwand van gipsplaten te voorzien. Gelukkig had ik een ruime voorraad mee genomen… Het pas en meetwerk was daarmee wel achter de rug, dacht ik. Het bleek niet geheel conform de waarheid, er zijn toch altijd nog stukjes die lastig blijven.

Interessant passtuk, om de trapboom
Interessant passtuk, om de trapboom

In de periode tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn wij verder aan de slag gegaan met deze ruimte. Vol goede moed… Het doel was om de ruimte vrijwel gereed te krijgen, inclusief stucwerk en sauswerk, waar we het nodige materiaal voor hebben meegenomen.

Er was nog een klein stukje voorzetwand te bouwen, bovenaan de trap. Daar verliep de muur een stuk naar binnen en moest ik eerst metselend aan de bak. Toch weer. Ik had er niet echt naar uitgezien, maar wist dat het moest gebeuren, en dan kun je het maar het beste zo snel mogelijk aanpakken, dus de eerste dag. En de eerste middag was het ook gereed, en kon ik verder met bouwen. Dat was een opluchting aan het begin, want dat metselen kan in ons Huis weleens lelijk tegen vallen.

Vervolgens moesten er nog wat aansluitplaten geplaatst worden op de trap. Geen heel ingewikkelde klus, en leuk om mee bezig te zijn. Ik verzorgde de platen, terwijl Lia een plateau hoger de naden tussen de gipsplaten al aan het dichtzetten was met gaas en mortel. Hoe eerder hoe beter! Dan kunnen we met het stucwerk beginnen!

Lia in de weer om naden af te werken.

Echter, voordat we dat konden doen, was er nog een Titanenklus die geklaard moest worden: het schoonmaken van de balken. Stofzuigen (tientallen jaren oud stof!) schuren (honderden jaren oud stof), plaatselijk schaven (honderden jaren oud eiken, vaak verweerd) en lakken. In totaal 4 dikke gordingbalken, en een aantal dunnere sporen, die bij de dakrenovatie in 2010-’11 aan de bovenkant al gedaan waren.

De opgave zat hem hier niet alleen in deze werkzaamheden, maar ook in het bereikbaar maken van de balken. Deze hangen namelijk zomaar een meter of 6 boven de vloer van de entree. Geen afstand om vanaf een steiger te doen, die je nog niet eens fatsoenlijk kunt plaatsen vanwege de trap.

We hebben extra werkvloeren moeten bouwen. Eentje hoog, bovenlangs de wand van de zolderkamer, en eentje lager op het niveau van de verdieping, om de rolsteiger op te kunnen plaatsen. En dat ging verrassend snel en goed. Zelfs dusdanig dat we zonder al te grote hinder ons nog konden verplaatsen, en Lia niet gehinderd werd door haar minder door-ontwikkelde hoogtelust.

Een prachtige tijdelijke werkvloer
Een prachtige tijdelijke werkvloer

Veilig en prettig werken kan niet altijd in Humberville, maar we hebben het beste van de situatie gemaakt, en op een incidentele bonk tegen een spoor na (hoewel, is gemiddeld 2 x per dag nog incidenteel?) zijn er geen ongelukken gebeurd. Behalve dat ene moment dat ik veilig (!) de steiger wilde betreden en daarbij dus mijn hoofd open heb gehaald aan het beugeltje dat het luik ondersteunt. Het stak wel 1 cm uit onder de vloer! Lia kon haar EHBO kunsten weer kwijt, en ik raakte weer wat haar op het hoofd kwijt….

Maar we hadden voldoende ruimte en bewegingsvrijheid om verder te werken. Hoewel we, de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat Lia vrijwel het gehele schoonmaken voor haar rekening heeft genomen. Dagen is zij in de weer geweest met schuurschijven, schaafmachine en stofzuiger. En daarna nog een paar dagen met kwast en lak. Mijn bijdrage aan dit werk bleef beperkt tot een incidentele schaafbeurt en het stofzuigen van de vloeren aan het eind van de dag, om jezelf enigszins stofvrij door het huis te kunnen begeven. Per slot van rekening waren we in de belangrijkste doorgangsruimte bezig.

Balken fraai schoon gemaakt (zie vooral links op de foto, de oude situatie)
Balken fraai schoon gemaakt (zie vooral links op de foto, de oude situatie)

De balken waren geen pretje om mee bezig te zijn. Want alles wat je eraan doet is op het oog te weinig. Van die stokoude balken kun je in deze omstandigheden geen fraaie balken meer maken. Je kunt er toch onvoldoende bij, ze zijn eerder te zeer mishandeld, enzovoort. Desondanks, als je foto’s voor en na bekijkt, is er een groot verschil zichtbaar. En daarmee begint de ruimte langzaam zijn toekomstige smoel te tonen.

Lia in de weer met lak en kwast
Lia in de weer met lak en kwast

Er was echter al zo veel tijd aan deze balken besteed, dat de tijd om te stuccen en sausen beperkt werd. Ik heb nog een paar wanden kunnen doen, dat gelukkig wel, en Lia heeft zelfs nog 2 wanden gesausd. Maar alles gereed? Nee, dat is niet gelukt. De basis is echter al wel zo goed, dat in een volgende periode de ruimte definitief afgewerkt kan worden, en de vloeren en hulpconstructies kunnen worden ontmanteld. Dat is een heerlijk vooruitzicht voor de komende zomer, maar vooral voor de komende winter, want ik verwacht toch een aangenamer klimaat binnen door alle verwerkte isolatie. En dan kunnen we vol gas naar de volgende ruimte.

Het schuren / sponsen van de stuclaag.

Zou het Huis dan toch ooit nog een keer klaar komen? Het is de bedoeling, natuurlijk, en we hebben er zelfs al een jaar voor gekozen. Ik houd het nog even onder de pet, maar ga ervan uit dat het geen veilig jaar is, zoals 2034 of zo. Nee, het is echt eerder, maar dat horen jullie later dit jaar. Er komt namelijk een blog-jubileum aan, jawel, en daarin komt een spectaculaire onthulling!

Het is geen vanzelfsprekende zaak meer, zoals ik enige tijd geleden al schreef: klussen in Humberville. Het vraagt sinds we in de Corona-pandemie zijn beland een zorgvuldige voorbereiding, controle van de websites van de landen waar je doorheen gaat, wat mag wel, wat niet, waar moet je rekening mee houden, wat moet je aan verklaringen bij je hebben enzovoort.

De wil om in Humberville te komen is voor mij echter zoo groot geweest, dat ik het kort voor Pasen toch weer heb geprobeerd. Rekening houdend met de Franse avondklok: vanaf 19.00 uur, Verklaringen (naar eer) opgesteld dat je geen Covid hebt, en dat je niet met een besmet persoon in aanraking bent geweest, en een negatieve PCR-test. Bij aankomst minstens 7 dagen in thuisquarantaine. Gelukkig in België en Luxemburg geen aanvullende maatregelen. En dan tijdens de rit ervoor zorgen dat je zo min mogelijk contactmomenten hebt. Dus tanken aan een zuil buiten, niet naar binnen gaan.

Het is me allemaal gelukt, en mooi op tijd kwam ik in Humberville aan. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen, dat ik de avondklok vervolgens geschonden heb, door vanaf het parkeerplek mijn aanhanger uit te laden. Is 10 meter vanaf je voordeur een schending? Als iemand dat oprecht vindt, hoor ik het graag…

Ik was er weer, en ik kon weer aan de slag. Het plan was om de entree / trapruimte verder om te bouwen. Gelet op de dramatische staat van de muren, inclusief tochtgaten overal en nergens, hebben we besloten om een geïsoleerde voorzetwand te plaatsen. En die lag zo ongeveer op de aanhanger. Weer maar eens een vracht gipsplaten, staanders en vloerregels, en natuurlijk de nodige isolatie. Gelukkig had ik de vorige keer ook al het nodige mee gekregen van dat materiaal, want die pakken zijn enorm volumineus.

Niet-prettige sta-in-de-weg: pakken isolatie

Dan begin je de andere dag met goede moed in de ruimte waarvan je denkt dat je die wel kent en weet dat het allemaal redelijk rechttoe-rechtaan is. Helaas, toont het Huis zich opnieuw van zijn meest weerbarstige kant, want al bij het plaatsen van het eerste stukje vloerregel gaat het mis. De muur blijkt aan de onderkant te verbreden, en maakt zo de plaatsing van je regeltje onmogelijk. Dus je begint al met het afvlakken van de bestaande stenen: uurtjes slijpen en boren. Je ruimte weer lekker onder het stof, jijzelf niet minder overigens.

Maar goed, het regeltje is geplaatst, eens kijken of er al staanders geplaatst kunnen worden. Jawel, dat kan wel, maar hoe wordt dan de aansluiting met de dakramen? Het mooiste zou zijn, als dat de voorzetwand daar recht op gaat aansluiten. Daar moet je dan wel je staanders op richten… Loodrecht is een utopie, dat kun je in Humberville vergeten. En daarmee ben je vervolgens een uurtje aan het meten en uitlijnen. Floep weg tijd..

Oh ja, ik zit ook nog met ons raam, daar moet ik omheen werken, er is dus een tussenconstructie nodig. OK, hoe gaan we dat doen? Even denken en denksporten. Goed, je hebt een oplossing bedacht, voor een tussenregel. Kan (en zal) prima werken, maar hoe werk je zelf op die hoogte? Op een trap? Ach, voor deze balk kan dat wel, en gelukkig heb ik in de meterkast ook al een hoog plateau gebouwd waar vandaan prima te werken is. Je bent alleen, dus je wilt een beetje veilig werken.

Boven blijkt nog een tussenconstructie nodig te zijn, anders kun je geen aansluiting maken met de dakramen. Er volgt een nieuw denksport-moment. Ook dat lukt en vanaf de ladder is het een en ander prima te monteren. Maar dan zijn er al wel bijna 2 klusdagen voorbij! Waar je in een normaal huis nog geen dag voor nodig hebt, kost je nu dagen bij elkaar!

Maar goed, het frame staat overeind, je kunt isolatie gaan plaatsen. Opnieuw vanaf de ladder doen? Nee, niet te verkiezen. Zeker niet met die dekens van 1,2 x 0,6 m steenwol. Rotspul, vanwege de vezels. Dan wordt werken vanaf de ladder gevaarlijk en vermoeiend, dat wil je dus niet. Dus bouw je een steiger. Van allerlei restmateriaal, dat je her en der vandaan haalt, of, toevalligerwijs al vanuit Nederland hebt meegenomen, omdat je buurman heeft besloten toch maar geen werkbank meer te gaan bouwen.

Dus voordat je met je isolatie aan de gang bent, is het al weer middag van de 3e klusdag. En voordat de eerste gipsplaat gemonteerd kan worden ben je eigenlijk al aan het einde van je dag gekomen. Maar die eerste plaat gaat er echt nog wel even op, NU! Gelukkig gaat dat soepel, en aangenaam snel, zelfs met de moeilijkheid dat je de plaat én moet optillen op hoogte, én moet vastschroeven, met slechts 1 paar handen…

Tja, en zo gaat de tijd wel voorbij hoor! Het is een situatie waaraan we in Humberville de afgelopen decennia (dat mag ik inmiddels al zeggen) gewend zijn geraakt, tegen wil en dank. Gelukkig had ik ruim 2 weken tijd voor mezelf gecreëerd, dus het zou allemaal nog wel gaan lukken. Hoe, is een onderwerp voor de volgende update.

Dat is het motto in deze Corona tijd. Iedereen heeft er op de een of andere manier wel mee te maken. De manier waarop ik zelf er met betrekking tot Humberville mee te maken heb, lijkt mij dan weer best bijzonder. Immers, hoe bouw je aan een huis, als je er niet kunt zijn? Je kunt het Huis moeilijk meenemen… Hoewel dat in zekere zin omgekeerd wel is gebeurd: met hoeveel aanhangers met bouwmateriaal zijn we niet naar Frankrijk gereden in de afgelopen 21 (!) jaar? Zelfs hebben we 3 keer een complete vrachtwagen laten rijden!

Toch heb ik in zekere zin het Huis mee naar Nederland genomen, toen ik half januari na mijn heerlijke 2-wekelijks verblijf weer naar Nederland ben terug gekomen. Uit quarantaine, in quarantaine…

Ik heb namelijk de aanhanger vol geladen met materiaal dat ik in Nederland, dat andere thuis, af kan werken, of voor kan bereiden tot beschikbaar materiaal of plaatsbare onderdelen. Zo heb ik de deur tussen de entree / trapruimte en de keuken mee naar huis genomen. De oude voordeur, die ooit rechtstreeks toegang gaf tot de woonkamer. Weliswaar was die al behoorlijk opgeknapt, maar er moesten nog ruitjes geplaatst worden. Met stopverf is me dat niet gelukt, ik heb er glaslatjes voor laten maken. En dat kun je prima in Nederland doen. Het terras is er geschikt voor, de woonkamer dan weer minder…

Ook heb ik en grote verzameling oude balken mee genomen. Stonden al jaren opgeslagen op de grote slaapkamer, en zijn bedoeld om ooit deel te gaan uitmaken van een kookeiland in de keuken. Een robuust kookeiland, omlijst en opgebouwd met dikke eiken balken. Of als ze daar niet voor gebruikt kunnen worden, dan als een of andere interieurstuk. Een robuuste kapstop, lamp of trapleuning. Zo hebben we een paar jaar geleden ook onze grote trap naar boven gebouwd, en zelfs de trap naar de torenkamer.

Jarenlange opslag

Balken die jarenlang stof hebben staan verzamelen, die bovendien nooit bedacht zijn geweest als interieur-element, in ieder geval niet ter verfraaiing. Die vragen aldus om een zeer grondige schoonmaakactie. Niet alleen van dat stof, maar ook van aantastingen door houtwormpjes, of van allerlei ooit zinvol ingeslagen spijkers etc. Allemaal prima in je achtertuin uit te voeren.

Of een verzameling oude planken, deels aangevreten door een of ander insect. Ooit als een soort beschot op het dak gefunctioneerd, maar bij de renovatie daarvan opgeslagen, nu schoongemaakt en bestemd voor een klein tussenproject: een grote spiegel voor in de badkamer. Inclusief scharnierend deel om jezelf te kunnen zien. Inmiddels zo ver gevorderd dat deze in elkaar gezet kan worden, mogelijk gaat dat zelfs deze week al gebeuren.

Het resultaat van een middagje schoonmaken: je terras onder het zaagsel…

Want waarom je kostbare tijd in Frankrijk hieraan besteden, als je je tijd in Nederland ruimschoots beschikbaar hebt en het hier dus kunt doen? Kost 2 x een uur tijd om het op de aanhanger te laden, maar dan heb je voor een paar dagen klusplezier. Althans, zo zie ik het… Er zullen genoeg mensen zijn, die niet begrijpen waarom ik hieraan begin en die balken en planken allang tot brandhoutblokjes zouden hebben verzaagd.

Tegen die mensen zou ik willen zeggen: kom maar eens naar onze trap kijken, dan begrijp je het wel…of naar ons aanrechtblok in de filmkamer, of naar het traphek op een van beide overlopen: allemaal constructies van die oude balken, die prachtig in de sfeer van het huis passen. Voor mij is de keuze dan ook altijd heel simpel geweest: jaren genieten van een fraai robuuste interieur-element of een uurtje of wat van een knappend haardvuur, dat je 12 uur later al weer vergeten bent?

En intussen is er zelfs een ander plan gerijpt… Namelijk om niet alleen oude stukken balk tot lamp of andere interieurstukken om te vormen, maar ook toevallig gevonden balken. Zoals een dikke tak, die ik onlangs op een wandeling in de buurt tegenkwam. Net afgezaagd in het kader van een snoei-actie, heb ik hem wat verder gesnoeid en naar mijn achtertuin verplaatst. Een prachtige kromme balk, inmiddels ontdaan van zijn bast, ligt nu blank te drogen, om later van spots te worden voorzien, en als gigantische “luchter” te gaan fungeren. Wellicht in de entree / trapruimte, wellicht in de filmkamer.

Schoon gemaakt en geschuurd, en een prachtige jaarring-tekening komt tevoorschijn.

Enthousiast geworden, heb ik nog wat takken verzameld, en schoon gemaakt. Ergens anders weer een fraaie eiken wig, afvalhout, bestemd voor de shredder, maar voor mij ideaal geschikt als voet voor die takken-lamp. Het is wat heen en weer gesleep van materiaal, maar zo kunnen we toch nog aan ons huis werken, ondanks een dringend verzoek van de Regering om zoveel mogelijk thuis te werken. Thuis werken aan een ander thuis zogezegd. Wij zijn ermee bezig.

Die heb ik eindelijk kunnen zetten, tijdens mijn 2 weken quarantaine begin januari. Die stappen hadden we al in april vorig jaar willen zetten, maar ja, daar kwam iets tussen. Nu vond ik dat een mooie gelegenheid om niet alleen in de salon bezig te zijn. In de salon / woonkamer waar de klussen zo klein zijn, dat je ze na uitvoering niet meer terug ziet.

Zoniet in de entree. Hoewel entree eigenlijk een totaal foute benaming is voor deze ruimte, waarlangs het onmogelijk is om het Huis binnen te komen, sinds we de bouwvallige en vrijwel verrotte deur hebben vervangen door een venster. Ooit was dit als entree bedoeld, omdat er om het deurtje zo’n mooie omlijsting in natuursteen zat. Het zou echter een behoorlijke operatie zijn geworden om hier een fatsoenlijke deur in te krijgen. Niet alleen omdat de bestaande opening maar net groot genoeg was voor een uit de kluiten gewassen dwerg, vooral ook omdat de omlijsting zo ongelijk is, dat een tochtvrije deur schier onmogelijk is.

Ooit een deur, nu een raam.

En aangezien we in de (toekomstige) keuken een prachtige grote deur hebben, die al jaren als toegang gebruikt wordt, is de entree dus geen entree meer, maar wat anders. Trapruimte? Ja, zoiets.

Hoe dan ook, daar ben ik lekker aan de slag gegaan en wel met de vloer. Daar verheugde ik mij al lange tijd op, ik heb mij nu de vreugde gegund deze aan te leggen. Een uitvlaklaag was al eerder aangebracht, ik hoopte dat de tegels er redelijk probleemloos overheen zouden kunnen. En da’s inderdaad mooi gelukt. Met de nodige controles met de waterpas is er een hele mooie vlakke vloer gekomen. Die dan helaas nog niet helemaal klaar is.

De eerste tegel, van weer een nieuw vloeroppervlak…

Dat komt omdat besloten is om deze ruimte te voorzien van voorzetwanden, inclusief een lekker pakket isolatie. Niet alleen om het Huis warmer te houden, met minder warmteverliezen, maar ook om het wat strakker te krijgen en vooral wat sneller gereed. Het alternatief, herstel van het voegwerk, kost aanzienlijk meer tijd, zelfs met de ervaring van de grote muur in de salon die ik inmiddels heb gekregen. Alleen, het materiaal voor die wand had ik nog niet, en had ik ook niet mee kunnen nemen. Daarom ben ik op ruime afstand van de muren gestopt met de vloertegels, zodat ik eerst die wand kan plaatsen. Volgende keer…

Ik heb mij trouwens met die wand nog wel degelijk wat bezig gehouden, want tijdens mijn werk in deze ruimte viel het me op dat er luchtstromingen waren. Die bleken uit die muur te komen. Plaatselijk zitten er gewoon gaten in, die dwars door de ruim 50 cm dikte naar buiten voerden. Liep je vlak langs die muur, dan leek het op enkele punten wel of er een blower met koude lucht op je gezicht stond. Daar heb ik dus maar eens wat mortel in gepropt. Weer wat minder warmteverliezen.

Uiteindelijk ligt nu zeker 80% van de nieuwe vloer in deze ruimte, inclusief enkele hopeloos moeilijke aansluitingen, zoals om de voetsteen van de trapspil. Die tegel alleen vroeg al een half uur slijpwerk, nog afgezien van het denk-, meet- en tekenwerk. En dat werk heb ik dan voor de verandering eens een keer correct uitgevoerd. Hoera, eindelijk goed gemeten.

Een tegel keurig rond de voetsteen van de trapspil gemaakt!

Ik moet tot mijn schande namelijk bekennen dat ik een afschrikwekkende reputatie heb opgebouwd van fout meten. Schandalig voor een architect, helaas wel de realiteit bij dit soort klusjes. Maar dit keer dus niet. En met een beetje draaien en prutsen, kon ik de tegel precies om het natuursteen blok heen in de mortel vleien. Prachtig!

In deze ruimte hangt ook het electragebeuren, mijn 24-groeps meterkast. Ik ben al vorig jaar begonnen met de bouw van een kast daaromheen. Een kast als berging, want daar hebben we niet zo veel van. De wanden zijn bedoeld om gereedschap aan op te hangen, wat ik met de linker al heb gedaan. Alle zware werktuigen hangen daar nu keurig in het gelid: voorhamer, grote bijl, pikhouweel, schoppen, hark, en iets minder zwaar een ragebol. Die zwierven voorheen ergens in de (nieuwe) keuken, en namen vooral heel irritant veel plaats in. Nu dus niet meer.

Eindelijk uit de loop, en (toch redelijk?) netjes opgehangen

Er zijn nog 2 planken in de kast geplaatst, een om kuipen en emmers op te plaatsen, een om het oude aggregaat dat we nog steeds hebben onder te plaatsen. Aldus komt er aangenaam veel ruimte vrij in de keuken. Het werd tijd ook!

Het was heerlijk om naast die vele, vele onzichtbare klussen ook een klus, een ruimte onder handen te nemen, waar je veel van kunt zien. Natuurlijk is het leuk om te weten dat een ruimte echt volledig gereed komt, zoals de woonkamer, maar ik heb het ook als heel prettig ervaren om aan iets werkelijk zichtbaars te kunnen werken. Iets waarnaar je de andere dag niet hoeft te zoeken, of jezelf af te vragen waar je in vredesnaam ook al weer mee bezig bent geweest. Voorlopig kan dat nog aardig in de “entree”. Hopelijk kan ik in Maart een nieuwe periode in het Huis verblijven en aan deze ruimte doorwerken. Als nu dat virus zich eens wat rustig houdt, en geen aanleiding geeft om in Frankrijk, België of misschien zelfs Nederland een verplaatsingsverbod in te stellen, dan kom ik er wel. Zelfs om de verplichte quarantaine zal ik dan lachen!

Tot dat moment: geduld!

Precies wat ik na mijn onverwacht lastige reis (zie vorige Blog) heb gedaan. Als je zolang stil gezeten hebt, met een Frans woord: op m’n “Cul” heb gezeten, noodzakelijk vanwege een verplaatsingsverbod in Frankrijk, sta je te popelen om weer wat te kunnen doen. Ik wel in ieder geval, en een hoop is er gedaan.

Volgens de Franse regels moest ik 14 dagen in quarantaine, en dat heb ik netjes gedaan, veel te blij als ik was dat ik er eindelijk weer kon komen! 14 dagen binnen blijven, of in ieder geval niet ver buiten komen. Buiten bleef beperkt tot het dagelijks open en dichtdoen van de luiken. Dat kan, nu eindelijk de luiken helemaal gereed zijn, en ik doe het met groot genoegen kan ik melden. Een eerlijk is eerlijk, ik ben zelfs tot mijn auto gelopen om iets te zoeken… dat is wel zo’n 5 m verder! Dat was mijn actieradius buiten.

Al volledig afgerond: een schitterende vensterbank…

Qua werkzaamheden heb ik uiteraard weer heel veel in de salon gedaan. Er waren nog wat ingrijpender klussen te doen, naast een vracht piepkleine werkjes, soms zelfs in het absurde, zoals wel 5 mm voeg aanvullen, of vrijwel onzichtbare pluggaatjes vullen.

dit is een theelepel, bij een ontbrekend stukje voegwerk…

Een belangrijke klus was het gereed maken van de balken in de muur. Door het ontpleisteren waren deze in het zicht gekomen, maar om ooit gepleisterd te worden waren deze destijds ruw bewerkt om hechting van de pleister mogelijk te maken. Eikenhout schuren is geen doen, zeker niet als je hoofdzakelijk met kernhout te maken hebt, en al zeker niet als je enkele millimeters weg moet halen. Daarom heb ik maar weer eens een schaafmachine gekocht, het is intussen de 3e. De eerste 2 hebben de geest gegeven bij vergelijkbare werkzaamheden: (té?) veelvuldig schaven van eikenhout.

Ik ben met de grote poot in de voorkamer begonnen, en waar die als afzichtelijke poot begon, vol met halen en gaten, eindigde hij als een fraai element, karakteristiek in zijn uitstraling in de salon. Natuurlijk was dat wel nadat er nog een paar keer “wat” lak overheen gegaan was. Dat “wat” is zeer relatief te verstaan, want het leek op bepaalde vlakken wel ordinair soppen! Er waren stukken spinthout, waar behoorlijk wat houtworm in had gezeten. Dat slechte hout kun je wel allemaal wegsteken, maar dan verdwijnen er geen milli- maar centimeters hout. Ik heb de gaten dus lekker volgesopt.

Voor…
…en na, wat een prettig verschil!

Na de poot waren er nog de nodige horizontale balken, zoals boven de beide nissen in de voorkamer, en de balk die de haard afsluit. En allemaal hadden ze ooit de verruwing ondergaan die ook de poot zo kenmerkte. En gelukkig, allemaal heb ik ze zeker zo fraai kunnen krijgen. Daarmee is de voorkamer voorzien van een aantal zeer rustieke krachtige balken. Ik heb er gewoon mijn goeie ouwe, inmiddels redelijk gammele leunstoel tegenover gezet om er van te genieten! Eindelijk is de salon verder en verder afgewerkt.

links geschaafd, rechts in aangetroffen toestand

Ook de haard zelf moest nog wat aandacht hebben. Sowieso om de constructie die we er enkele jaren geleden ingehangen hebben te isoleren. Want nu tegenwoordig de warmtepomp aan staat wil ik graag dat constructies geïsoleerd zijn. Op een haard doe je dat met speciale korrels, vermiculiet. Beetje cement erdoor, wat aanlengen met water tot er een ietwat smeuïge massa ontstaat, die je bijna als een pasta kunt aanbrengen.

Boven in de kap: kleien met vermiculiet.

Ja ja, aanbrengen… Hoe dan? Wel, in dit geval door op een gammel laddertje door het gat van de schoorsteenkap te klimmen, met een emmer boven je hoofd, en dan vervolgens het spul aan te brengen. Je wordt er gek genoeg niet schoner van om zo half in je schoorsteen te staan. Toen die laag was uitgehard, had ik voldoende achtergrond, om het laatste voegwerk in de haardopbouw aan te brengen. Voorheen zat er een schier bodemloos gat, waardoor voegen onmogelijk was. En daarmee was ook dit onderdeel van de salon afgerond.

Hoewel, ook weer niet eigenlijk, want we zitten nog steeds met de schoorsteenmantel zelf, die ooit geschilderd is, wat ik / we ervan af wil hebben, om tegen de fraaie (hopelijk) natuursteen aan te kijken. Waarschijnlijk zal dat alleen maar kunnen door grootschalig te schuren, mogelijk met de slijptol met schuurschijf. Dat veroorzaakt dan weer zoveel stof, dat ik dat in deze periode niet heb willen doen. Iets te koud buiten, met af en toe zelfs sneeuw. Als ik ga schuren, dan wordt er een complete tent omheen gebouwd, gaat het raam open, een ventilator in de tent, en een afzuiging buiten. Het moge duidelijk zijn, dat daar nu het moment niet voor was!

Het vervelende van het werk in de salon was wel, dat hoe langer je bezig bent, hoe meer opleverpuntjes je ziet. Die dan allemaal weer afgewerkt mogen worden. Geen direct vervelend werk overigens, maar wel wat je telkens bezig houdt (was dat dan niet op voorhand de bedoeling van het Huis??). En bovendien, en dat is het meest irritante van alles, klussen die, eenmaal afgerond, totaal niet meer opvallen. Je hebt de andere dag geen idee meer wat je gedaan hebt. En als je niet uitkijkt ontaardt dat in een kater, een gevoel dat je helemaal niks gedaan hebt. Dan ga je maar uitgebreid fotograferen, en daarmee vastleggen dat er wel degelijk iets gedaan is.

Ook zo “grootschalig” in het zicht springend: een laklaagje op een plankje.

Zo heb ik vele kleine klussen afgehandeld. Vele gedaan, nog maar een paar te gaan. Zoals nog een laatste stuclaag zetten op een van mijn nissen. Het lijkt erop dat ik eindelijk een methode heb gevonden om met het pleister een mooie afwerking te maken. Dusdanig dat dat perspectief biedt op afronding van andere gipswanden in het huis, zoals in de entree.

Ook daar ben ik overigens enthousiast aan de slag geweest, maar dat lees je in een volgende update.

Vrienden en volgers,

jawel, het is er van gekomen, ik ben in Humberville geweest de afgelopen 2 weken! Hoera, het is gelukt. Zoals ik in mijn vorige bericht al meldde, is dat bepaald niet meer vanzelfsprekend.

Daarmee rekening houdend ben ik goed voorbereid op pad gaan. De websites uitgeplozen op de avond tevoren, en er bleek geen beperking te zijn, behalve de nog steeds geldende avondklok: vanaf 8 uur ’s avonds mag je niet meer buiten op stap zijn zonder verklaring. En die zijn vrij streng en gelden zeker niet voor “op weg naar je 2e huis.”.

Het tijdstip van vertrek was bedacht om 1 uur ’s middag. Met aanhangwagen heb ik dan 7 uur om in het dorp te komen, terwijl ik daar normaliter maximaal 6 uur voor nodig heb en het geregeld zelfs in 5 uur heb gered. Dat moet dus goed komen. Achter de Corsa een goed ingepakte aanhanger, tegen de storm en de regen met allerlei materiaal, zoals enkele deuren, oude balken en wat isolatie en daar ging ik op weg….

Op de snelweg bleek het met de wind en regen wel mee te vallen, dat zag er goed uit. De aanhanger gedroeg zich voorbeeldig, en lag uiterst kalm achter het autootje. Die zware balken, en nog wat extra (voeg) zand als ballast deden hun werk. Probleemloos de eerste grens over, gelukkig geen Corona-controles. Dat scheelt weer en daarmee blijft mijn marge overheid. Wie weet red ik het wel om om een uur of 6 over te zijn, dat zou heerlijk zijn…

De rit verliep voorspoedig en Antwerpen werd gepasseerd, Brussel en Namen idem dito, en ik klom omhoog de Ardennen in. De regen was minder geworden, en op sommige stukken was het zelfs even droog. Ook de wind was aanzienlijk afgenomen.

In de Ardennen, nog steeds langzaam, bijna onmerkbaar maar zeer gestaag omhoog klimmend, zag ik de regen omslaan in natte sneeuw, en de temperatuur zakken. Hmmm, wie weet krijg ik nog wel echte sneeuw… En jawel, een paar kilometer verderop was het echte sneeuw. Er begonnen zich sporen te vormen op de weg, maar er was nog geen werkelijk probleem, ik kon met de nodige voorzichtigheid nog een behoorlijk tempo volhouden. Dat tijdsverlies kan ik probleemloos hebben..

Echter, de sporen werden dieper, de sneeuw heftiger, en daar zag ik in de verte de remlichten opdoemen, van de file, veroorzaakt door de sneeuw. Jammer, maar ik heb nog een kilometer of 20 te gaan, en dan ben ik door dit lastige stuk in de Ardennen heen. Inderdaad, nog maar 20 kilometer, normaal gesproken een kwartiertje, nou vooruit in een file een half uur, maar niet als je telkens 5 minuten stilstaat, en dan weer 50 meter kunt rijden.

Er maakte zich enige ongerustheid van mij meester. Toevallig stond ik net bij een afslag. Eens kijken (in stilstand!) of ik de weg een stukje kan vermijden… Dat leek te kunnen en ik kon de afslag opkomen… Door met de aanhanger, achteruit te tijden, over 30 meter, gelukkig was er ruimte achter mij ontstaan door auto’s met het hetzelfde idee. En vervolgens half door een sneeuwwal op het verdrijvingsvlak de afrit op, waar het verkeer niet hard reed, maar wel reed, terwijl ik zojuist een kwartier had stil gestaan, met in de verte uitzicht op een scheef op de weg staande vrachtwagen, die niet tegen de helling meer op kwam. Dat laatste aanzicht maakte het perspectief van aankomst op tijd in Frankrijk vrijwel onhaalbaar, alle reden dus voor de afslag, inclusief mijn kunst- en vliegwerk, normaliter onmogelijk op een snelweg….

Nog steeds reed het niet hard, en schoot het maar langzaam op, maar het schoot op! Het reed in ieder geval. Ik kwam door het ene Neufchateau (het andere ligt op 30 km van Humberville, niet te verwarren…), en belandde achter een sneeuwruimploeg. Daardoor reed ik nog steeds maar 30 km per uur. Maar ik reed! En tegelijk rekende ik. Mezelf suf zogezegd. Half 5… als ik in een uur naar Luxemburg kan komen (60 km), dan kan het nog, dan is 8 uur in Humberville haalbaar. De oprit van de snelweg naderde, en wat angstig voor wat ik zou aantreffen draaide ik de weg op.

De weg was LEEG! Er was vrijwel geen verkeer, en belangrijker, er was vrijwel geen sneeuw. Ja, OK er waren wat sporen, maar niet die waaruit ik nog net had kunnen ontsnappen, zo’n 30 km terug. Ik kon direct al 80 km per uur gaan rijden. Luxemburg was haalbaar, het schema was nog haalbaar! Om half 6 stond ik inderdaad te tanken in Luxemburg, aan een automatische tank, om contact te voorkomen.

En vervolgens kon ik zonder grote problemen door rijden, hoewel er vlak voor aankomst toch ineens nog sneeuw bleek te liggen op de weg, maar daar kon ik gelukkig met vrijwel normale snelheid doorheen komen. En als ik daardoor nog extra vertraging had opgelopen, had ik dat wellicht nog wel uit kunnen leggen.

Dat bleek echter niet nodig, want om 10 voor 8 stond ik voor de deur van het Franse optrekje. Eindelijk weer! En op tijd gered, maar het heeft weinig gescheeld. Er was weinig tijd over!

Heerlijk, hoewel ik bij binnenkomst door een verrassende en onaangename trek werd verrast. Die bleek bij nadere controle veroorzaakt door 3 wagenwijd openstaande ramen, blijkbaar in september zo achtergelaten. Onvergeeflijk, en ongebruikelijk, ik snap er niks van, maar het maakte mijn opluchting er te zijn alleen maar groter, want ondertussen stond de warmtepomp vrolijk te proberen om het huis op 15º C te houden. Stoken voor de mussen, zwaluwen, katten en ander gedierte….

Geen vanzelfsprekende rit, ik had mij erop voorbereid, maar deze onvoorspelbaarheid was zelfs niet bij mij opgekomen…

En vervolgens kon ik de andere dag vrolijk aan de slag, met allerhande klussen, hoofdzakelijk in de salon. Maar dat is voer voor de volgende update.

Dat blijkt het jaar 2020 voor ons in petto gehad te hebben voor wat betreft de bouw in Humberville. Hoewel, lang niet alleen voor de bouw in Humberville, zeg maar gerust voor het hele leven. Begin een willekeurige waarneming Anno nu, met de gedachte: “wie had ooit kunnen denken dat…” en je kijkt verbaasd over je schouder naar het afgelopen jaar.

Ja, de vanzelfsprekendheid voorbij, dat is wat er aan de hand is op dit moment. Een keer of 2 per jaar maakten wij een planning wanneer we naar Frankrijk, naar Humberville zouden gaan. Ach, en als het mij dan uitkomt, nou, dan ga ik toch gewoon nog lekker een weekendje extra tussendoor? Je stapt in de auto, 5 uurtjes rijden, je vist de sleutel uit zijn bewaarplaats in de auto en stapt binnen in je eigen optrekje. Op de automatische piloot, en zonder er ooit bij stil te staan, hoe bijzonder dat is.

En bijzonder blijkt het te zijn. Daar zijn we dit jaar echt wel op gewezen… Want nadat we begin maart nog ietwat lacherig met elkaar hadden geconstateerd dat, Jawel! het eerste Coronageval is in Nederland gesignaleerd!, ging amper 2 weken later het land op slot, grenzen dicht, en het werkperspectief voor dit jaar overboord.

De eerste golf ging voorbij, de grenzen gingen weer open, en we dachten dat we de draad wel weer op konden pakken. Misrekening van de bovenste plank! Want het land ging opnieuw op slot, exact de dag nadat we een lang werkweekend, d.w.z. buurman en ik, hadden afgesloten. Waarin we iedere dag angstvallig op de app van buitenlandse zaken keken of het departement niet op oranje sprong. Dat gebeurde niet op zaterdag, hoera! deze werkdag hebben we binnen; het gebeurde niet op zondag, Mooi! deze dag is ook gelukt, en zelfs niet op maandag! Prachtig, dan hebben we dit weekend in ieder geval goed kunnen besteden.

En verdraaid nog an toe, op dinsdagmorgen sprong het departement op oranje. Ergo: geen reisje meer, zonder 10 dagen zelfquarantaine. En dus ook niet even op en neer om wat meubels weg te brengen voor de woonkamer, als bijzaak voor het ophalen van mijn portemonnee, die ik bij het vertrek vergeten ben mee te nemen en nu dus al 3 maanden in het keukenlaatje ligt….. (Nee, er mag niet om gelachen worden ;>( )

En wat hebben wij dan eigenlijk in dat weekend gedaan, zoal? Wel, hoofdzakelijk is de aandacht naar de salon uitgegaan. Die moest af, want dan kunnen we die ruimte eindelijk inrichten. Er is nog wat meubilair overgebleven na een zeker overlijden (zie de vorige blog-bijdrage).

Zo is er heel veel gevoegd. Sterker nog, alles is klaar wat dit werk betreft. Gelukkig was de muur door Lia in een toevallig-weekend deze zomer al volledig uitgehakt, alles stond als het ware klaar om gevoegd te worden.

En ik had er ineens zoveel zin in gekregen (en dat was eerst echt niet vanzelfsprekend) dat ik zelfs boven op de overloop met de boog ben begonnen. De boog die al in 2004 gemetseld werd, maar nog steeds niet netjes was afgewerkt. Deze eerst maar eens fatsoenlijk uitgehakt, het was een behoorlijke klus, wat getuigt van een sterke kwaliteit mortel, dat dan weer wel. Er vervolgens heb ik een groot deel van de voorkant gevoegd. Helemaal lukte niet, maar ik ben lekker op dreef.

Daarnaast waren er in de woonkamer nogal wat voegen af te werken. Met kit… En dat was nooit zo mijn ding, om het zo te zeggen. Dat mislukte en leidde op zijn hoogst tot een 5’je. Maar vorig jaar kreeg ik de slag ineens te pakken, en steeg mijn resultaat naar een (zelf-beoordeelde) 7,5 of misschien wel 8. En reken maar dat deze zelf-beoordelaar niet vriendelijk is voor zichzelf hoor! Veel naden waren er om af te werken, tussen deze en gene plankjes, balken, aansluitingen etc. Jammer genoeg kreeg ik het net niet klaar, kit op!

En, buitengewoon bevredigend, het deurtje van het drankenkastje is weer functioneel. In een alleen-weekend deze zomer heb ik het helemaal schoongemaakt, later gelakt, en een stuk eiken tak als greep gereed gemaakt. Nu kon ik het met een pianoscharnier ook monteren, en met een magneetslotje afwerken: klik, dicht. Zo leuk! Hoewel tegelijk ook zo onbeduidend…. Tja.

Daarnaast wierp buurman zich op als schilder, en zette de torenkamer-ramen fraai in de rode lak, Engels rood. Bij vertrek zag het er prachtig uit, geen idee hoe dat nu is. Daarnaast kreeg het raampje in de grote slaapkamer eindelijk zijn binnenbeurt.

Het oktober-weekend ging niet door, land op slot, behalve dan dat Lia en ik thuis aan wat meegenomen zaken hebben gewerkt: balken schoon gemaakt, de oude voordeur schoon gemaakt en gelakt, en de aanstaande deur van de meterkast gereed gemaakt. En dat alles staat vanzelfsprekend gereed om terug getransporteerd te worden.

En met een beetje geluk gaat dat, jawel!, volgende week plaats vinden. Oh, hoe heerlijk is dat vooruitzicht… Wel bij aankomst verplicht 14 dagen in zelf-quarantaine, en bij thuiskomst in Nederland nog eens 10 dagen, maar ik heb het er voor over.

Alle websites die ik erover raadpleeg stellen dat het weliswaar wordt afgeraden, maar niet verboden is. En aangezien ik alleen zal gaan, met medeneming van zoveel boodschappen dat ik niet de deur uit hoef, in mijn eigen onderkomen zal bivakkeren, geen contact zal hebben met anderen, ik doe gewoon de deur niet open, ZEKER in zelf-quarantaine ga, acht ik het haalbaar. Maar ik tel af… Ik geloof pas dat het kan als ik met de sleutel in het slot de deur open doe.

Er is niets meer vanzelfsprekend, behalve dat ik met groot verlangen uitkijk naar dat sleutelmoment….

En natuurlijk dat ik hoop jullie in 2021 weer veel verhalen te kunnen vertellen over onze nog steeds voortgaande bouw!

Fijne feestdagen en tot volgend jaar!